Intrigerende traditionele melodieën en teksten, aangevuld meteigen composities. Alles in de traditie van de Antandroy, dezuidelijkste bewoners van Madagaskar. Gezongen door de drie zussenChantal (Talike), Adelaïde (Delake) en Victoire Madeleine (Vicky)Gellé, die zichzelf begeleiden met langoro (handtrommel) en katsa(percussie).
In Madagaskar zingt iedereen, bij elke gelegenheid. Bij het opstaan,onder het werk, bij ceremonies, met vrienden in de avond. Liederen omje vreugde te delen, om uiting te geven aan je verdriet, om door tegaan met je werk, om je hart te luchten over onrecht dat jou en anderenwordt aangedaan, om je liefde te bezingen of je vriendschap. Zingen iser onverbrekelijk verbonden met het dagelijks leven.
De zussen Gellé maken deel uit van een uiterst muzikale familie uit hetzuiden van Madagaskar. Hun vader is de accordeonist van het dorpIfotake, die bij geen enkele officiële gelegenheid ontbreekt. Hun broerDadah de Fort-Dauphin is een beroemdheid op het eiland - zijn muziek iser alomtegenwoordig. Als kleine meisjes zongen de zussen in een koordat de lokale griots (in Madagaskar ‘sairy’ of ‘mpibeko’ genoemd)begeleidde bij hun ceremonies. Ook wonnen ze prijzen op festivals,samen met hun moeder, tantes, broers en zussen. Daarna gingen hun wegenver uiteen.
Door toeval - of door de sturende hand van het lot - kwamen ze elkaartwee jaar geleden weer tegen in Europa. Als vanzelfsprekend zongen zesamen: liederen uit hun moederland en eigen composities in dezelfdetraditie. Ze lieten een cassetterecorder meelopen, stuurden het bandjeop naar het festival Kleurrijk Talent en wonnen in 1998 in Rotterdam definale met hun tweede optreden ooit. Het leverde uitnodigingen op voorfestivals als Dranouter, Dunya, de Gentse Feesten, Festival Mundial enonlangs nog Popkomm in Keulen. De komende maanden staan optredensgepland in Nederland, Duitsland (in oktober tijdens Womex 2000 inBerlijn), Oostenrijk, Zwitserland en Frankrijk (Corsica).
Tihareabetekent ‘rijkdom’ - niet in geld, maar op spiritueel en cultureelvlak. De groep zingt in de taal en de traditie van de Antandroy, debewoners van Zuid-Madagaskar. De muziek laat zich het beste omschrijvenals ‘levenspoëzie’. De liederen gaan over heimwee en verlangen, overliefde en geluk, over het onrecht van de polygamie, over het noodlotdat je niet kunt ontlopen, over jaloezie en over de rijkdom van eenleven met muziek.
Begin dit jaar waren de zussen even terug op Madagaskar, bij hunfamilie. Ze zongen, lieten video’s zien van hun optredens, verteldenover hun plannen voor een CD. ‘Ongelofelijk,’ riep een tante uit, ‘datonze meisjes met onze muziek nu furore maken in Europa...
Video >