Lijden, weemoed, onmacht tegenover het noodlot: dat zijn de tragische gevoelens die men bij het beluisteren van traditionele fadomuziek verwacht. De lange traditie van de fado kent een aantal vaste formules om deze gevoelens tot uiting te laten komen. De getrouwe herhaling hiervan leidt jammer genoeg tot een zekere sleetsheid van de fado, tot emotionele vervlakking die de woorden van de zangers overvleugelt.
De weg die Cristina Branco gaat, is anders. Zonder naïef met de traditie te breken, maar juist door het beste ervan te bewaren (luister maar naar de fadoklassiekers die zij zingt), blaast Branco de fado dankzij haar authentieke interpretatie nieuw leven in. Met haar prachtige stem en haar gevoelige vertolking probeert ze de teksten en de muziek van de fado samen te laten vloeien en in de beleving onscheidbaar te maken.
Cristina Branco (1972) groeide ver van de fadohuizen in Lissabon op; niets wees erop dat ze tot de fado voorbestemd was. Zoals bij veel jongere Portugezen die na de Anjerrevolutie (1974) geboren werden ging haar belangstelling uit naar volksmuziek, jazz, blues en bossanova, maar niet naar de fado. Voor haar was dat een genre van een andere generatie. Tot het moment dat haar grootvader haar voor haar achttiende verjaardag het album Rara e Inedita van Amália Rodrigues cadeau gaf. Plotseling ontdekte Branco alle emotie die het genre maar kon bevatten in deze nauwe verbintenis tussen stem, poëzie en muziek. De amateur-zangeres - die toen nog communicatiewetenschappen studeerde en journalist wilde worden - begon haar stemtechniek te ontwikkelen en haar nieuwe roeping serieus te nemen.
Ook andere jonge musici hadden midden jaren negentig in de fado een nieuwe expressievorm ontdekt, wat tot een verrassende vernieuwing bijdroeg. Net als zij, begon Branco duidelijke keuzes te maken, waarbij respect voor de traditie hand in hand gaat met de wens tot vernieuwing.
De kunst van Cristina Branco is niet te scheiden van die van Custódio Castelo, haar voornaamste componist en begeleider op de Portugese gitaar. Castelo is erin geslaagd de originaliteit van zijn muziek te combineren met de tonaliteit en trillers van Branco's stem. Zijn melodieën dragen de herinnering aan de fado in zich maar gaan ook verder, en beperken zich niet tot het bekende uitspinnen van gemeenplaatsen over het woord saudade. Zijn muziek is soms droevig en fatalistisch, maar kan ook vrolijk en luchthartig zijn. In die sfeerbalans ligt de subtiliteit van zijn aanpak van de fado.
Het is onmiskenbaar dat Cristina Branco een eigen stijl aan het ontwikkelen is, met als voornaamste bestanddelen: een traditionele groep (zang, Portugese gitaar, gitaar en basgitaar); een tegelijk lichte, warme en doorleefde stem; een mengeling van traditionele fado's, eigen thema's en volksliedjes, waarbij ze altijd zorgvuldig de teksten van de beste Portugese dichters uitkiest.